Leuningen en hoogte
Bij een hoogteverschil van meer dan 1 meter met het aansluitende terrein of het aansluitende water is een leuning voor brug verplicht. De leuninghoogte is minimaal 1 meter hoog of minimaal 1,2 meter hoog indien het brugdek 13 meter boven het aansluitende terrein / water ligt.
Een leuning voor een brug die direct is gelegen naast een pad of strook bedoeld voor fietsers, dient ten minste 1,3 meter hoog te zijn. Een leuning mag geen openingen hebben waar een bol van 50 cm diameter doorheen past. In de praktijk willen opdrachtgevers een kleinere maximale opening.
De horizontaal gemeten afstand tussen het brugdek en de leuning van een brug mag niet groter zijn dan 5 cm. De bovenregel mag geen onderbreking hebben van meer dan 0,1 m.
Leuninghoogte:
1,0 meter voor voetgangers en voertuigen
1,3 meter voor fietsbruggen maar vaak ook voor bruggen met gemengd gebruik (per 1 juli 2021)
Leuning voor brug en belasting
De waarden van de leuningbelasting wordt zowel een keer horizontaal als een keer verticaal beschouwd, als variabele belasting op de bovenzijde van de leuning. 0,8 kN/m1 (ca. 80 kg) één op elke meter van de leuning
Bij fietsers en voetgangersbruggen die niet door grote mensenmassa’s worden gebruikt. Zoals bruggen in parken over grachten of sloten en bruggen die niet openbaar toegankelijk zijn (bijvoorbeeld inspectiepaden). 3,0 kN/m1(ca. 300 kg) bij fietsers en voetgangersbruggen die door grote mensenmassa’s worden gebruikt. Zoals bruggen gelegen bij sportparken of evenementen.